Samenvatting en uitleg Strafrecht
Strafrecht
Functionele rechtsopvatting
In het beleidsplan van 1985: ‘Samenleving en criminaliteit’ had de regering nieuwe plannen m.b.t. criminaliteit, 2 hoofdlijnen:
1. Regering nam aanbevelingen over uit het interim-rapport van de commissie Kleine Criminaliteit (cie. Roethof)
2. Er werd uitgebreid ingegaan op de rol van justitie waarbij als kernbegrippen ‘differentiatie’ en ‘consistentie’ naar vormen kwamen.
Driehoeksoverleg: overleg tussen burgermeester – O.M. – Politie 1990 ‘Recht in beweging’ o.l.v. Korthals Altes (IRT) 1994 Sorgdrager vond dat ‘meercellen, zwaardere straffen’ etc., omgekeerd evenredig werkte
Utrechtse school: In de jaren50 leggen psychiater Baan en criminoloog Kempe de basis voor het relatief milde Strafrechtklimaat.
Dogmatische grondslag daarbij Utrechtse- (door Pompes): de delinquent onderscheidt zich slechts door zijn daad van anderen.
Groningse School: Belangstelling van hoogleraar Vrij ging uit naar het strafrecht als instrument tot realisering van de crimineelpolitieke doeleinden van de staat (=functionalistische aanpak).
Tot 1998 ‘Super-PG’ Dokters van Leeuwen
Normering overheidscontrole
Het Klassieke strafrecht kent het legaliteitsbeginsel, schuldbeginsel en vergeldingsbeginsel. Legaliteitbeginsel: ‘Geen straf zonder wet’ Art 1 WvSr en WvSv. De wetgever moet de delictomschrijving helder formuleren (lex certa-beginsel)
Schuldbeginsel: Er kan slechts gestraft worden voor feiten die men willens en wetens gepleegd heeft. En de mate van bestraffing moet worden gevonden in de objectieve ernst van het gepleegde feit.
Accentverschuivingen in het strafrecht, zoals die van de bescherming van de maatschappelijke orde naar de toename van ordenings- en beleidswetgeving, vertroebelen het zicht op de oorspronkelijke beschermingsfunctie van het strafrecht.
Due proces: De taak van het straf recht ligt op het terrein van de secundaire controle: hoé misdaad wordt bestreden is bepalend voor het rechtsgehalte van het strafrecht en dus ook voor de Samenleving.
Te vinden ‘dueprocess’ in de wet: versterking van de positie van de verdachte in het strafproces komt o.m. tot uiting door de verwarring van de regels voor voorlopige hechtenis, toelating van Bewijs. Soepel omgaan met termijnen en wijze indiening appèl en cassatie. De cautie ‘de verdachte hoeft niet aan eigen veroordeling mee te werken’ is in de strafvordering opgenomen.
Art 6 EVRM geeft de verdachte volstrekte anonimiteit bij verklaring.
Strafrechtstheoriëen, algemeen
1. Verdragstheoriëen:
Deze zijn allen herleidbaar op het imaginaire contact tussen burgers en overheid. Dit ‘contact social’ (Rousseau) veronderstelt dat de burgers de samenleving zoals hij is , gewild hebben.
2. absolute theorieën:
Hier wordt de reden en zingeving van het straffen gekoppeld aan het gepleegd misdrijf. Strafgrond en strafdoel vallen hier samen. Er wordt gestraft omdat er een strafbaar feit heeft plaatsgevonden.
3. Relatieve theorieën
Hierbij is de bedoeling van het straffen toekomstig kwaad te verhoeden (dus gericht op de toekomst). Een persoonsgerichte aanpak ter voorkoming van herhaling heet speciale preventie.
4. generaal preventieve aspect
Er wordt gestraft zodat er niet opnieuw gezondigd wordt. Vb: als een OvJ zegt dat de od. de maatschappij geschaad heeft. Vb2: wanneer de rechter bij een ernstig vergrijp rekening houdt met het feit dat de dader nog nooit eerder in aanraking is geweest met Justitie en dus een voorwaardelijke gevangenisstraf krijgt (relatieve theorie).
5. Verenigingstheorieën
Combinatie tussen absolute en relatieve theorieën. Het gegeven dat een strafbaar feit heeft plaatsgevonden is de strafgrond, het streven naar voorkoming het strafdoel.
Sancties
Tuchtrecht is geen officiële straf, maar wordt door een bepaalde groep personen aan binnen die groep horende personen opgelegd.
Er is privaatrechtelijktuchtrecht: KNVB, kerkgenootschappen (niet bij de wet geregeld), tuchtrecht voor advocaten civielrechtelijk tuchtrecht: royement van een verenigingslid.
Administratieve tuchtrecht: disciplinaire maatregelen tegen ambtenaren. Strafrechtelijk tuchtrecht: militaire tuchtrecht.
Strafrecht is publiekrecht
Publiekrecht onderscheidt zich van privaatrecht op verschillende criteria:
• Betrokkenheid van de overheid
• Wijze van handhaving; in het publiekrecht is het initiatief daartoe niet overgelaten aan de vrije beslissing van particulieren. In het publiekrecht staat het algemeen belang centraal. Het privaatrecht is meer gericht op particuliere belangen van individuele burgers.
Strafrecht als sanctierecht
Op het gebied van strafrecht is onderscheid te maken tussen:
Materieel strafrecht: bevat regels die aangeven wanneer iemand strafbaar is en waarmee hij gestraft kan worden.
Formeel strafrecht: geeft regels inzake de handhaving van het materiele recht.
De strafwet bevat enkel de strafbepaling: een delictsomschrijving en een sanctienorm.
De wegenverkeerswet: naast elkaar de materiele norm (besturen onder invloed van alcohol is verboden) en de delictsomschrijving met sanctienorm (handelen in strijd met artikel 8 wordt gestraft met).
De kwalificatie ‘sanctierecht’ leidt tot een te beperkt en versluierd beeld van het strafrecht. Beperkt omdat niet volgehouden kan worden dat materiele normen volledig buiten het terrein van het strafrecht vallen.
Versluierend omdat miskend wordt dat het strafrecht wel degelijk zijn morele beslissingsnormen kent.
Defenities
Strafbaar feit: twee soorten strafbare feiten: misdrijven en overtredingen.
Misdrijven komen voor de arrondismentsrechtbank.
Overtredingen komen voor de kantonrechter.
Poging en medeplichtigheid zijn alleen bij misdrijven strafbaar.
Een strafbepaling is opgebouwd uit een delictsomschrijving en een sanctienorm. Vereist voor strafbaarheid is, dat er een bepaalde gedraging moet hebben plaatsgevonden, welke binnen een wettelijke delictsomschrijving past.
Verschil tussen strafrechtelijke aansprakelijkheid en civielrechtelijke is dat bij de laatste het gaat om de od en die kan en zal vaak gebaseerd zijn op schending van een ongeschreven rechtsnorm (=zorgvuldigheidscriterium).
Een overeenkomst is de kwestie van de juridische causaliteit: het verband tussen oorzaak en gevolg.