Samenvatting en uitleg het recht van hypotheek
Informatie op het gebied van het recht van hypotheek nodig? Hieronder vindt u een samenvatting met uitleg over de belangrijkste vragen en antwoorden. Ook uitleg over de belangrijkste termen en regels.
Het gebruik van deze informatie is voor eigen risico. Het is altijd verstandig om een juridische specialist (deskundige) in te schakelen bij juridische problemen.
Mocht u juridische hulp nodig hebben vraag dan nu de tarieven op van een advocaat of notaris bij u in de regio.
Samenvatting Het recht van hypotheek
Het recht van hypotheek
Het recht van hypotheek is een zekerheidsrecht dat rust op een registergoed dat gekoppeld is aan een vordering die de hypotheekhouder heeft op de hypotheekverlener.
De geldlener die recht van hypotheek op zijn registergoed verleent, wordt de hypotheekverlener genoemd.
De financier die het geld uitleent heet de hypotheekhouder.
– Beschikkingsbevoegdheid: de beschikkingsbevoegdheid van de hypotheekverlener is vrij makkelijk na te gaan in de register van het kadaster.
– Geldige titel: de titel van het recht van hypotheek is de overeenkomst waarin hypotheekhouder en verlener afspraken maken over de lening en de voorwaarden waaronder het recht van hypotheek wordt verleend.
– Vestiging van het recht: de vestigingshandeling voor het recht van hypotheek is de inschrijving van de notariële hypotheekakte in de openbare register van het kadaster.
Bedingen die veel in hypotheekakten voorkomen zijn:
– Huurbeding: voorwaarde in de hypotheekakte die de hypotheekverlener beperkt in zijn mogelijkheden om het goed te verhuren of te verpachten.
– Beheerbeding: voorwaarde in de hypotheekakte die de hypotheekhouder het recht geeft om in geval van wanbeheer en na toestemming van de voorzieningenrechter het goed zelf te gaan beheren.
– Ontruimingsbeding: voorwaarde in de hypotheekakte die de hypotheekhouder de bevoegdheid geeft om het goed, in geval van een executieverkoop, zelf zo nodig te ontruimen.
– Verzekeringsbeding: voorwaarde in de hypotheekakte die de hypotheekverlener de plicht oplegt om het goed deugdelijk te verzekeren.
– Niet- veranderbeding: voorwaarde in de hypotheekakte die de hypotheekverlener beperkt in zijn mogelijkheden om veranderingen aan te brengen in het goed.
Het afsluiten van een hypotheek
– Keuze hypotheekvorm: de geldlener/ hypotheekverstrekker moet de vorm van zijn hypotheek kiezen. Wil hij gedurende de gehele looptijd van de lening maandelijks eenzelfde bedrag aan vaste lasten, of wil hij eerst veel en later minder vaste lasten? Durft hij een zeker risico aan, of houdt hij van zekerheid? Dit soort vragen speelt mee bij de keuze van de hypotheekvorm.
– Offerte van de hypotheekhouder: als de keuze van de hypotheekvorm is gemaakt, vraagt de geldlener/huiseigenaar om een offerte van de maatschappij die hem het geld gaat lenen. Het is zaak deze offerte goed door te lezen, ook de kleine lettertjes met de voorwaarden.
– Notaris stelt de hypotheekakte op: de hypotheek moet worden vastgesteld in een notariële akte. Dat kan je laten doen bij de notaris.
– Inschrijvingen hypotheekakte op het kadaster: nadat de hypotheekakte is opgemaakt moet de notaris de akte in de openbare register van het kadaster inschrijven. De hypotheek is gevestigd op het moment dat de akte is ingeschreven in de openbare register van het kadaster.
Einde van het recht van hypotheek
– Betaling van de lening: als de vordering waaraan het hypotheekrecht is gekoppeld, wordt voldaan, betekent dit automatisch het einde van het recht van hypotheek.
– Verloren gaan van het goed: als het registergoed waarop het recht van hypotheek rust, tenietgaat, betekent dit het einde van het hypotheekrecht.
– Afstand van het hypotheek recht: als de hypotheekhouder bij notariële akte laat weten dat hij afstand doet van zijn rechten en als deze akte is ingeschreven in de openbare registers, betekent dit het einde van het hypotheekrecht.
– Zuivering: als een hypotheekhouder zijn recht van parate executie (recht van de pandhouder en de hypotheekhouder om zonder rechterlijke uitspraak hun recht tot verkoop van het onderpand uit te oefenen) uitoefent, en het goed heeft verkocht, eindigen alle hypotheekrechten en andere beperkte rechten die op het goed rusten.