Samenvatting en uitleg Inleiding, Recht Algemeen
Inleiding, Recht Algemeen
De wet Ab (Algemene Bepalingen) bevat een aantal voorschriften voor de rechter die hij bij de toepassing van de wet in acht moet nemen.
Rechtsbegrip Een rechtspositivist ontkent het verband tussen recht en moraal.
Positief recht: wet afkomstig van wetgever, norm door rechter erkend.
Klassieke bepalingen van positief recht: het door mensen gemaakt recht, i.t.t. natuurrecht. Natuurrecht omvat b.v. Gods geboden als evidente waarheden.
Antipositivisten: hebben gemeen met natuurrechtaanhangers dat ze uitgaan v. rechtsbeginselen die hun gelding niet aan het positieve recht ontlenen. Ze gelden vanwege hun juistheid.
Geldingsbegrip Als een norm verbindende kracht toekomt wil dat zeggen dat ze gehoord dient te worden. De reden waarom rechtsnormen verbinden heet de geldingsgrond van de democratie.
Positief recht
Positief recht: geheel van rechtsregel en rechtsbeginselen, dwz een geheel van normen die een algemene werking hebben. V.b. in het contractenrecht geldt het autonomiebeginsel; burgers mogen in beginsel zelf afspreken welke juridische rechten en plichten zij jegens elkaar hebben. Deze normen verbinden dus ook.
Structuur van rechtsregels. De algemeenheid van regels heeft drie aspecten:
1.Algemeenheid naar tijd; de regel geld in beginsel voor onbepaalde duur.
2.Algemeenheid naar persoon; regel is gericht op een bepaalde categorie.
3.Algemeenheid naar inhoud; regel is herhaalbaar.
Rechtsfeit: het geheel van voorwaarden in de normconditie.
Er zijn verplichtende normen en bevoegdheidsverlenende normen.
Rechtsbegrip
Een rechtspositivist ontkent het verband tussen recht en moraal.
Positief recht: wet afkomstig van wetgever, norm door rechter erkend.
Klassieke bepalingen van positief recht: het door mensen gemaakt recht, i.t.t. natuurrecht.
Natuurrecht omvat b.v. Gods geboden als evidente waarheden. Antipositivisten: hebben gemeen met natuurrechtaanhangers dat ze uitgaan v. rechtsbeginselen die hun gelding niet aan het positieve recht ontlenen. Ze gelden vanwege hun juistheid.
Geldingsbegrip
Als een norm verbindende kracht toekomt wil dat zeggen dat ze gehoord dient te worden. De reden waarom rechtsnormen verbinden heet de geldingsgrond van de democratie.
Positief recht
Positief recht: geheel van rechtsregel en rechtsbeginselen, dwz een geheel van normen die een algemene werking hebben. V.b. in het contractenrecht geldt het autonomiebeginsel; burgers mogen in beginsel zelf afspreken welke juridische rechten en plichten zij jegens elkaar hebben. Deze normen verbinden dus ook.
Structuur van rechtsregels.
De algemeenheid van regels heeft drie aspecten:
1.Algemeenheid naar tijd; de regel geld in beginsel voor onbepaalde duur.
2.Algemeenheid naar persoon; regel is gericht op een bepaalde categorie.
3.Algemeenheid naar inhoud; regel is herhaalbaar.
Rechtsfeit: het geheel van voorwaarden in de normconditie. Er zijn verplichtende normen en bevoegdheidsverlenende normen.
Inleiding Formele rechtsbronnen
Rechtsbron in formele zin: geven feiten aan waaruit geldend recht ontstaat.
Rechtsbron in materiele zin: alle factoren die de inhoud van het recht bepalen.
Doctrine: rechtswetenschap (de literatuur, schrijvers etc.)
Vier formele rechtsbronnen:
1.wet
2.jurisprudentie
3.gewoonterecht
4.verdragenrecht met directe werking
Kenmerken wet:
Onder wet als formele rechtsbron verstaan: elke geschreven regel, afkomstig van een overheidsorgaan dat tot wetgeving bevoegd is. De bekendmaking van een wet is voorwaarde voor de algemeen verbindendheid ervan.
territoriale decentralisatie: verdeling van het grondgebied van een rijk in provincies, die zelf weer zijn onderverdeeld in gemeenten. Deze gedeelten zijn bevoegd tot eigen regelgeving.
functionele decentralisatie: toedeling van staatstaken aan doelcorporaties.
Nederland kent ook de leer van de trias politica: Op landelijk niveau:
• Wetgevende macht: Staten-Generaal en Regering
• Uitvoerende macht: regering en bestuur
• Rechterlijke macht: rechters
Op Provinciaal niveau:
• wetgevende macht: Provinciale Staten
• bestuursmacht: Gedeputeerde Staten
Op Gemeentelijk niveau:
• Wetgevende macht: gemeenteraad
• bestuursinstantie:B&W
Beleidsregels: de door een overheidsorgaan gehanteerde algemene regels bij de uitoefening van overheidstaken waarbij burgers bij betrokken zijn.Deze regels hebben geen wettelijke basis.
Burgers kunnen rechten aan beleidsregels ontlenen als de beleidsregels:
1. behoorlijk bekend zijn gemaakt(staatscourant)
2. zich naar inhoud en strekking ertoe lenen als rechtsregel gebruikt te worden.
Men noemt ze ook wel pseudo-wetgeving omdat de beleidsregels wel verbindend zijn maar niet krachtens een wetgevende bevoegdheid zijn verleend.
Onderscheid tussen wet in formele en materiele zin:
Wet in formele zin: elk besluit afkomstig van de Staten-Generaal en regering tezamen.
Wet in materiele zin: elk besluit van een tot wetgeving bevoegd orgaan dat algemene werking heeft (inhoudelijk criterium).
Voorbeelden van wetten in materiele zin:
• wetten in formele zin die algemene werking hebben
• algemene maatregelen van bestuur
• alle verordeningen
Voorbeelden in de Grondwet zijn de regels waarin gesproken wordt van:
• wettelijke regeling
• voorschrift
• een ieder verbindende verklaring
Het gecodificieerde rechtsstelsel en common law
In een gecodificeerd rechtsstelsel legt de wetgever al het recht volledig en systematisch neer in gezaghebbende teksten.
Common law: recht dat geldt voor het hele land, door de rechtbanken ontwikkeld.
Beide (codificatie en common law) hebben in hun landen voor rechtseenheid gezorgd.
Grondwet: geschreven constitutie
De organieke wetgeving geeft een concrete uitwerking van abstracte grondwetsbepalingen. Voorbeelden: Kieswet (1850), Provinciale wet (1850) en de Gemeentewet (1851).